Het belfort van Gent is een 95-metere hoge belforttoren in het centrum van de Belgische stad Gent. De toren is de middelste toren van de beroemde Gentse torenrij, samen met de Sint-Niklaaskerk en de Sint-Baafskathedraal. Tegen het belfort staat ook de Gentse lakenhal.
Men begon waarschijnlijk te bouwen aan het belfort voor 1314, het jaar waaruit de eerste rekeningen dateren. Een plan in het Bijlokemuseum is van Jan van Haelst, meestermetser. In 1323 waren reeds vier bouwlagen (van de zes geplande) klaar. Tussen 1377 en 1380 werd een voorlopige houten torenbekroning opgetrokken. Daarop werd de legendarische 'Draak van Gent' gehesen. De volgende eeuwen werd de torenspits herhaaldelijk aangepast.
Na verschillende houten spitsen, kreeg het belfort in 1851 een neogotische gietijzeren spits. Een halve eeuw later was de staat van de spits echter te slecht geworden, en met de Wereldtentoonstelling van 1913 in het vooruitzicht werd een wedstrijd uitgeschreven voor een nieuwe spits. Een voorstel van Valentin Vaerwyck, gebaseerd op de middeleeuwse spits, werd goedgekeurd. Doordat de werken snel moesten gebeuren, bleken er achteraf vele gebreken te zijn, onder meer in de verbinding tussen de stenen romp en het nieuwe stenen klokkenhuis. In 1967 en 1980 werden daarom restauratiewerken uitgevoerd.
Sinds 1936 is het beschermd als monument. Het belfort van Gent behoort samen met de Lakenhal en de Mammelokker sinds 1999 ook tot het Werelderfgoed van de UNESCO.
Met de bouw van de lakenhal, die tegen het Belfort aanleunt, werd begonnen in 1425 en stopgezet in 1445. Van de elf geplande traveeën werden er slechts zeven gebouwd. In 1903 werden de vier ontbrekende traveeën bijgebouwd volgens de oorspronkelijke plannen.
De "Mammelokker" is een kleine annex, daterend van 1741, waar de
bewakers van de stadsgevangenis verbleven. Die gevangenis besloeg
een deel van de oude lakenhal van 1742 tot 1902. De naam verwijst
naar de legende van de "Romeinse liefdadigheid". In die legende
werd een gevangene tot de dood door uithongering veroordeeld, maar
hij weigerde te sterven. De legende wil dat zijn dochter een
voedster was, die hem elke dag bezocht om hem borstvoeding te
geven. Toen de cipiers dit ontdekten, vonden ze dit zo lief en
goed, dat ze de man vrijlieten. Een standbeeld bij het gebouw
beeldt die legende uit.
Klokke Roeland