Vis is een Kroatisch eiland in de Adriatische Zee. Het heeft een oppervlakte van 90,3 km². Van de bewoonde Dalmatische Eilanden ligt het het verste uit de kust verwijderd. Een 18 km brede zeestraat scheidt Vis van het oostelijke buureiland Hvar. Vis behoort tot de provincie Split-Dalmatië.
Op Vis liggen twee stadjes: Vis (ca. 2000 inwoners) en Komiža (ca. 1700 inwoners), die elk een gemeente vormen. Bij Komiža ligt de hoogste berg van het eiland, de Hum (587 m).
De bewoning van Vis gaat terug tot bij de Grieken. Het eiland en de gelijknamige stad heetten in de oudheid Issa. De stad Issa was dan ook sterk gehelleniseerd toen ze omstreeks 148 v.Chr. in Romeinse handen kwam. Issa was vervolgens een belangrijke stad in de Romeinse procinvie Dalmatia. Tijdens de Venetiaanse overheersing van het eiland heette het Lissa, wat nog steeds de Italiaanse naam van het eiland is. Onder Oostenrijks bewind werd eveneens de naam Lissa gebruikt.
Rond het eiland vonden twee belangrijke zeeslagen plaats:
In 1944 was Vis de belangrijkste schuilplaats van Josip Broz Tito, de leider van het Joegoslavische partizanenverzet in de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog gebruikte het Joegoslavische leger het eiland als zijn belangrijkste vlootbasis. Nadat Kroatië onafhankelijk werd, werden veel militaire gebouwen verlaten en worden nu door en voor burgers gebruikt, zoals het moderne festival 320x240.
Vis werd in 1989 opengesteld voor toeristen. Het geldt door de jarenlange isolatie als militair steunpunt als ongerept. Buiten wegen en paden liggen evenwel nog landmijnen, ten gevolge waarvan in 2005 een Nederlandse toerist zwaar gewond raakte.