Tate Modern in Londen, is het nationale museum van Groot-Brittannië voor internationale moderne kunst en is, samen met Tate Britain, Tate Liverpool en Tate St Ives, deel van een groep, die nu bekendstaat als de Tate Gallery.
De tentoonstellingen zijn ondergebracht in een voormalige elektriciteitscentrale, het Bankside Power Station, dat werd ontworpen door Giles Gilbert Scott, de architect van het Battersea Power Station, en in twee delen gebouwd tussen 1947 en 1963. De centrale werd gesloten in 1981. Het 99 meter hoge gebouw werd verbouwd door de architecten Herzog & de Meuron. Het zuidelijke gedeelte van het gebouw werd behouden door de Franse energieleverancier EDF als een transformatorstation (in 2006 droeg het bedrijf de helft hiervan over aan het museum).
Sinds de opening op 12 mei 2000 is het museum een populaire bestemming geworden voor veel Londenaren en toeristen. De permanente collectie is gratis toegankelijk. Dit geldt ook voor sommige tijdelijke exposities, zoals de expositie Test Site van Carsten Höller, die van oktober 2006 tot en met april 2007 te zien was. Deze bestond uit vijf glijbanen (hiernaast afgebeeld) in de voormalige turbinehal. De permanente collectie beslaat onder andere futurisme, surrealisme en minimal art.
Sinds 2011 is de Belg Chris Dercon directeur van Tate Modern in opvolging van Vicente Todoli.