De eilandengroep bestaat uit de twee grotere eilanden San Andrés en Providencia (en hun satellieten) en acht kleinere eilanden.
Geschiedenis
De piraat Henry Morgan had de eilanden van 1670 tot 1689 in handen. Daarna kregen de Spanjaarden de eilanden in bezit, waarbij ze verschillende malen van een andere provincie deel uit gingen maken. Op het einde van het koloniale tijdperk behoorden de eilanden bij de provincie Cartagena; zij werden dus vanuit het huidige Colombia bestuurd. Groot-Colombia bezette de eilanden in 1822, kort na het verkrijgen van zijn onafhankelijkheid. Dit was tegen de zin van de Verenigde Staten van Centraal-Amerika. Die federatie claimde de eilanden namelijk eveneens. Nicaragua, dat uit de Verenigde Staten van Centraal-Amerika is voortgekomen, is tot op heden van mening dat de eilanden Nicaraguaans zijn.