De Piramiden van Gizeh in Egypte behoren tot de bekendste en oudste bouwwerken van de mensheid. De piramiden zijn tevens de bekendste van de Egyptische piramiden. Ze bevinden zich ongeveer acht kilometer ten zuidwesten van de stad Gizeh.
De piramiden bevinden zich in een oud Egyptische necropolis. Het piramidecomplex bestaat uit de Piramide van Cheops (ook wel bekend als de “Grote Piramide”, de wat kleinere Piramide van Chefren, en de Piramide van Mycerinus. Daarnaast staan er een aantal kleinere piramiden die bekend staan als "koningin"-piramiden. Aan de oostzijde van het complex bevindt zich ook de Sfinx van Gizeh.
Deze piramiden werden gebouwd tijdens de vierde dynastie (tussen ca. 2551 en 2472 v.Chr.) en zijn dankzij hun zeer stabiele constructie goed bewaard gebleven. De buitenste gepolijste witte kalksteenlaag is in de loop der tijden grotendeels verdwenen doordat men het materiaal heeft gebruikt voor andere bouwwerken. De piramide van Mycerinus is de enige van de piramiden waarvan de kalksteenlaag geheel verwijderd is. De piramide van Cheops heeft nog wel een deel van deze kalksteenbedekking op de top.
De Piramide van Cheops is het enige van de zeven klassieke wereldwonderen dat tot op de dag van vandaag bewaard is gebleven. In 1979 werden de piramiden van Gizeh als werelderfgoed verklaard.
De zijden van de drie grote piramiden lopen vrij exact noord-zuid en oost-west, met slechts een kleine afwijking die varieert met het tijdstip van bouwen. Dit doet vermoeden dat de Egyptenaren de sterren gebruikten om de oriëntatie van de piramiden te bepalen, de precessie van de aardas liet de toenmalige Poolster langzaam verschuiven en verklaart het verloop in de tijd. Onder recente pogingen om dit patroon te verklaren bevinden zich de onderzoeken van S. Haack, O. Neugebauer, K. Spence, D. Rawlins, K. Pickering, en J. Belmonte.
Een gangbare theorie over de onderlinge positie van de piramiden stelt dat deze de gordel van Orion voorstellen.