De Piramide van Teti is een piramide gebouwd door farao Teti van de 6e dynastie en staat in Saqqara.
De piramide van Teti kreeg de naam 'Eeuwig zijn de verblijven van Teti', maar ondanks zijn naam werd de piramide in het oude Egypte al gebruikt als steengroeve. In de 19e eeuw werd de piramide onderzocht door onder andere Lepsius en Gaston Maspero en sinds de jaren '50 vooral door Franse egyptologen zoals Jean Leclant.
De daltempel en processieweg werden reeds in de oudheid vernield en er is nog maar weinig onderzoek naar gedaan. Ze stonden zoals gewoonlijk ten oosten van de piramide en van de processieweg is alleen nog maar het einde zichtbaar.
De dodentempel was ook al in de Tweede Tussenperiode afgebroken en had hetzelfde grondplan als de dodentempel van Djedkare Isesi. Deze was gekenmerkt door een groot binnenhof en rondom waren er magazijnen.
De piramide was oorspronkelijk 52,2 meter hoog en elke zijde mat 78,5 meter. De piramide is zeer slecht bewaard. Het plan van de piramide is zeer regelmatig: De ingang bevond zich in het noorden en er stond vroeger een kleine kapel bij. Via een ondergrondse gang kwam men dan in de vestibule. Ten oosten daarvan was een kapel met drie nissen en ten westen de eigenlijke grafkamer. Deze bevat een grote sarcofaag uit behken-steen en op de grafkamer zijn er piramideteksten aangebracht, die wel zeer slecht zijn bewaard.
Vlakbij de piramide liggen nog enkele andere gebouwen
Teti