De Piramide van Cheops of de Grote Piramide (van Gizeh) is het enige van de zeven klassieke wereldwonderen dat tot op de dag van vandaag bewaard is gebleven. Tot aan de voltooiing van de Kathedraal van Lincoln in 1311, een kleine vier milennia lang, was hij met zijn 146 meter het hoogste gebouw van de wereld.
De piramide is circa 230 meter breed en telt circa 2,3 miljoen stenen van elk circa 2300 kilogram. De inhoud is circa 2,6 miljoen m³. Men heeft volgens de overlevering van Herodotus 20 jaar over de bouw gedaan. Moderne analyse van de bouw van de piramiden heeft aangetoond dat dit een zeer realistische schatting is.
De piramide van Cheops maakt deel uit van een complex van drie grote en zes kleine piramiden. De grote piramiden worden toegeschreven aan de koningen Cheops (of Choefoe), Chefren (of Khafra) en Mycerinus (of Menkaure). Men vermoedt dat ze werden gebouwd tussen ca. 2551 en 2472 v.Chr. Dankzij hun zeer stabiele constructie zijn ze goed bewaard gebleven. De buitenste witte kalksteenlaag is in de loop der tijden grotendeels verdwenen omdat de stenen in de Middeleeuwen gebruikt zijn voor andere bouwwerken. Men vermoedt dat de opdrachtgever voor dit indrukwekkende bouwwerk farao Cheops was die tussen 2587 en 2564 v.Chr. regeerde. De piramide zou zijn bedoeld als graf en stelde de heuvel voor waarop de zonnegod Ra had gestaan toen hij de andere goden en godinnen schiep.
De piramide van Cheops speelt vaak een rol in niet-wetenschappelijke, esoterische en spirituele filosofieën, die ook wel gezamenlijk als piramidologie worden aangeduid.
Aan de grote piramide werd waarschijnlijk meer dan 20 jaar gewerkt. Men vermoedt dat het geen slaven waren die eraan werkten maar betaalde arbeiders. Het binnenste van de piramide bestond uit plaatselijke kalksteen en daarboven werd een laag van gepolijste kalksteen gelegd waardoor de piramide leek te glanzen in het zonlicht. De top werd afgedekt door een deksteen (de Benben-steen), die mogelijk van goud was. Vandaag de dag is die toplaag volledig weggesleten. De manier waarop ze gebouwd werd is echter nog een groot raadsel. De meeste geleerden denken dat de stenen naar boven werden gebracht via een heuvel van slijk en zand.
De Franse architect Jean-Pierre Houdin is er van overtuigd geraakt dat hij het mysterie van de bouw van de piramide van Cheops heeft opgelost: dankzij een spiraalvormige helling hebben de bouwers het bovenste deel kunnen afwerken. Houdin heeft zich al acht jaar in het mysterie van de bouw van de piramide vastgebeten en verwerpt de traditionele theorie die stelt dat het 146 meter hoge bouwsel via hellingen aan de buitenkant tot stand kwam. Volgens de architect werden de hoogste galerijen via een interne helling gebouwd. Die moet er volgens hem nog altijd zijn en hij wil die ter plaatse ook zoeken.
De oorspronkelijke ingang van de piramide bevindt zich aan de noordzijde. Deze ingang was in de oudheid open, maar door aardbevingen weer verborgen. In de 10e eeuw heeft een Arabische schatgraver een nieuwe ingang in de noordzijde gemaakt en zo toegang verschaft tot de interne structuur. Vanuit de ingang loopt een dalende gang van ongeveer 1 vierkante meter door tot in de rots beneden de piramide. De gang komt uit in een niet afgemaakte ondergrondse kamer. Op de dalende gang sluit een omhoog gaande gang aan die uiteindelijk leidt tot de grafkamers. Deze gang is ook zeer klein en was oorspronkelijk van de dalende gang afgesloten door middel van granieten pluggen. De omhoog gaande gang komt uit in de galerij, een imponerende constructie in het midden van de piramide. De galerij geeft toegang tot twee grafkamers. De kamers zijn zeer verschillend van aard en in geen van de kamers zijn resten gevonden van een begrafenis. Een interessant detail in beide kamers is de aanwezigheid van zogenaamde luchtschachten in de noord- en zuidwanden. De schachten zijn slechts ongeveer 25 centimeter breed en hoog. De schachten in de onderste kamer stoppen midden in de piramide. Recentelijk onderzoek met een robotcamera heeft aangetoond dat deze uitkomen op een deur waarvan niemand weet waarom hij er is. De schachten staan in verband met de stand van de sterren. Als men vanuit een gang naar buiten kijkt, ziet men 4 grote sterren die goden vertegenwoordigen. De schachten in de bovenste kamer gaan door de hele piramide heen, vandaar dat ze luchtschachten worden genoemd. Geen enkele andere Egyptische piramide heeft dergelijke schachten. Eén van de meest gangbare theorieën is dat de piramide van Cheops gebouwd werd als graftombe. Andere theorieën spreken van een "tempel".
Eén van de mogelijke kamers die de archeologen zouden kunnen aantreffen is de zogenaamde zaal der archieven.
Er zijn pseudowetenschappers met aan het hoofd het medium Edgar Cayce die geloven dat het bouwwerk dateert uit 10.000 v.Chr. en gebouwd is door Atlantiërs. Deze zouden in een kamer allerlei documenten verborgen hebben.
Er bestaan echter ook meer wetenschappelijke gegevens die deze theorie ondersteunen. Een tekst uit het Oude Egypte verhaalt van een koning die op zoek ging in de piramide om er de wijsheid van Thoth te vinden. Deze verhalen zijn verder overgeleverd en de Grieken geloofden dat de piramide het graf was van de god Hermes.
De aanhang voor de theorie van verborgen kamers bleef bestaan bij de Arabieren. Zo liet de kalief Al-Mamoen ca. 820 een gat maken om in de piramide op zoek te gaan naar verloren kennis. Ook onder moderne egyptologen bestond de drang op zoek te gaan naar verborgen kennis. Prominent voorbeeld: De kleurrijke, excentrieke Britse kolonel Richard William Howard Vyse (1784–1872) - militair, antropoloog en egyptoloog - die er, samen met zijn kompaan John Shae Perring niet voor terugschrok om de grafkamer van de piramide van Menkaure "voor het grote publiek toegankelijk te maken" met behulp van dynamiet.
De meeste farao's werden begraven met fabelachtige schatten. Binnen in de piramide van Cheops werd echter niets aangetroffen dat zou verwijzen naar een grafmonument. Men vermoedt omdat er al grafrovers op bezoek waren geweest. Naast de piramide werd echter een zeer goed bewaarde zonnebark gevonden. Dit was de boot waarmee het lichaam van Cheops werd vervoerd naar zijn graf. Onder het bouwwerk, tussen de grote gang en de tweede grafkamer, vond men een uitgehouwen ruimte waarin misschien een farao uit een eerdere dynastie begraven lag.