Persepolis (Perzisch: taagt-e-jamshid) de door Darius I gebouwde stad in het zuiden van Perzië/Iran. Oorspronkelijk heette de stad Parsa, Persepolis is de Griekse naam en betekent Stad van de Perzen.
De stad bevatte een paleis waar de Perzische koningen (Shahs) hun audiënties hielden. Tijdens het vieren van een groot feest, waarvan men wel aanneemt dat het gaat om het Perzische nieuwjaar (Noroez), kwamen de onderdanen van de verschillende bevolkingsgroepen giften aan de koning aanbieden. Dit is op de trappen afgebeeld. Aan de kleding en hoofdtooien is te zien uit welke bevolkingsgroep de onderdanen kwamen (bijv. Meden, Perzen, Assyriërs). De gaven werden als blijk van respect voor de koning en zijn beleid gegeven. De mensen die de gaven kwamen aanbieden werden als geëerde gasten ontvangen in de apadana (audiëntiehal). Dat er veel respect voor de gasten was is bijvoorbeeld te zien aan de hoogte van de traptreden op de grote toegangstrap, de treden zijn heel laag (ongeveer 10 cm) en breed zodat de gasten in alle waardigheid in hun prachtige kleding het paleis binnen konden komen.
Het beleid van de Perzische koningen had grote gevolgen voor de bouw van Persepolis. De Persepolis Fortification Tablets, een collectie van enkele duizenden kleitabletten, illustreren de gang van zaken in de stad en de omgeving. We lezen over teams van slaven die voor corvées het land op worden gestuurd, over reizigers op de koninklijke wegen, en vele andere details. Opvallend is dat vanaf de regering van Xerxes alle ambachtslieden voor hun werk werden betaald - met andere woorden, dat de economie monetair werd. In geval van een ongeluk voor de ambachtslieden werd voor hun nabestaanden zorg gedragen; dit zorgde er mogelijk voor dat vanuit het hele rijk de beste ambachtslieden naar Persepolis kwamen om mee te helpen bouwen aan het paleis. De hoge kwaliteit van het werk is met name te zien in de details van het beeldhouwwerk.
De apadana en het schathuis, de twee gebouwen die bij uitstek het symbool waren van het hierboven genoemde cadeautjesfeest, en het paleis van Xerxes werden gebrandschat door Alexander de Grote; volgens de overlevering had hij honderden lastdieren nodig om de schatten af te voeren. Archeologisch onderzoek heeft fragmenten van gordijnen gevonden. Koolstofdatering toonde aan dat de gordijnen inderdaad uit de vierde eeuw stammen. Deze resten zijn te zien in het museum dat in het herbouwde verblijf van de koninginnen is gemaakt. De overige gebouwen lijken de vuurstorm te hebben doorstaan: het paleis van Darius bijvoorbeeld en de Poort van Alle Volken.
Enkele oudheden uit Persepolis zijn te vinden in het Louvre, het British Museum en de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in Brussel.