Het Operagebouw van Kopenhagen (Deens: Operaen) is het nationale operagebouw van Denemarken en een van de modernste operagebouwen ter wereld.
Een kleine halve eeuw nadat de Deen Jørn Utzon in Sydney één van de bekendste operagebouwen ter wereld ontwierp, kreeg ook de Deense hoofdstad Kopenhagen een modern operagebouw. Zoals de opera van Sydney, is dit operagebouw in Kopenhagen bijna volledig omgeven door water.
Op 15 januari 2005, na een bouwperiode van iets meer dan drie jaar, werd het nieuwe operagebouw met een galaconcert in gebruik genomen, in aanwezigheid van koningin Margaretha II.
Eén van de merkwaardige aspecten van dit operagebouw is dat het volledig met privé-geld gebouwd werd, namelijk met het geld van Mærsk Mc-Kinney Møller (°1913), een gepensioneerde reder, en naar verluidt de rijkste mens van Denemarken. De kostprijs bedroeg 335 miljoen euro.
De opdrachtgever stak zijn voorkeuren in verband met architectuur en muziek nooit onder stoelen of banken:
De stichting die onder leiding van Mærsk Mc-Kinney Møller het gebouw liet neerzetten, schenkt het gebouw aan de stad Kopenhagen. Het operagebouw wordt, eveneens volgens de wens van de opdrachtgever, genoemd naar koningin Margaretha II.
Vooral de naar de vaargeul gerichte gevel - die uitkijkt op het paleis Amalienborg aan de overzijde - trekt de aandacht. Allereerst is er het in een breed uitgemeten luifel overkragende dak. Daaronder bevindt zich de gebogen en volledig beglaasde gevel van de Foyer. Deze Foyer heeft een hoogte van vier verdiepingen, dus ongeveer 12 meter.
De opera werd op Holmen gebouwd, een rij eilanden waar voorheen de marine gestationeerd was. Deze inplanting kreeg media-kritiek, omdat ze moeilijk te bereiken is vanuit de stad Kopenhagen.
De zaal biedt plaats aan omstreeks 1500 toeschouwers in de hoofdruimte, en voor een tweehonderdtal rond het oefenpodium, dat aan de naar Holmen gekeerde zijde ligt. Het operagebouw telt eveneens verschillende repetitieruimtes, waarvan sommige meer dan 10 meter onder zeeniveau.