Licancabur is een 5916 meter hoge vulkaan in Chili. De vulkaan is in het noorden van het land te vinden in Regio II (regio Antofagasta) op de grens tussen Chili en Bolivia. De dichtstbijzijnde stad is San Pedro de Atacama, dat ongeveer 50km van de vulkaan is verwijderd. Van hieruit kan via de Paso de Jama de voet van de vulkaan worden bereikt, deze ligt ongeveer op ongeveer 4300m hoogte aan de rand van de Andes en de Atacama-woestijn. Aan Boliviaanse zijde is aan de voet van de vulkaan het Laguna Verde te vinden. De naam Licancabur is een woord uit de Kunza taal, die door de oorspronkelijke bevolking werd gesproken. Het betekent Berg van de mensen.
Licancabur is herkenbaar door de zeer symmetrische vorm, de hellingshoek van de berg is bijna overal 30 graden. Hoewel de vulkaan zelf op een van de droogste plekken op aarde staat is de krater op de top gevuld met water, hiermee is dit het hoogste meer ter wereld. Het meer meet ongeveer 70 bij 90 meter. Door het klimaat en de harde wind is de temperatuur van het water meestal 6 graden koud. Door de grote hoogte en ligging is de UV-straling op de top een van de grootste op de aarde. Door deze barre omstandigheden is er een uniek ecosysteem in het meer ontstaan van dieren die tegen de kou en straling kunnen. Met een hoogte van 5916 meter is de vulkaan tevens een van de hoogste vulkanen ter wereld.
Voor de ontdekking van het continent door de Spanjaarden werd Licancabur bewoond door de Inca's die uitgebreide nederzettingen in het gebied hadden. Op de top van de vulkaan zijn restanten te vinden van deze oude nederzetting. De Inca's beschouwden deze vulkaan als heilig, in vroegere tijden was de vulkaan nog enigszins actief en om de god te kalmeren werden offers gebracht die in de krater werden gegooid. Ook gebruikten de Inca's de top van de vulkaan om te communiceren tussen andere bergen door een grote vuren te stichten op de vulkaantop.
De vulkaan is al lange tijd niet meer actief.