Het Kremlin van Moskou (Russisch: Московский Кремль, Moskovski Kreml) is het geografische en historische centrum van de Russische hoofdstad Moskou. De naam Kremlin is afgeleid van het Russische woord кремль (kreml), dat versterkte stadskern betekent. Hoewel de term in het Nederlands meestal op het Moskouse Kremlin slaat, zijn er in Rusland ook andere steden met een Kremlin.
Het Kremlin van Moskou ligt aan het Rode Plein, op de linkeroever van de rivier de Moskva. Het is de zetel van de regering van de Russische Federatie en vroeger van de Sovjet-Unie.
Het Kremlin in Moskou herbergt daarnaast ook een theater, een museum en talrijke andere bezienswaardigheden, zoals de Tsarenklok, het Tsarenkanon en diverse kathedralen en paleizen.
In de tijd van de Koude Oorlog was de term het Kremlin synoniem aan de communistische machthebbers. Een Kremlinwatcher was een journalist die probeerde uit de gesloten cultuur nog wat informatie te krijgen.
Aan de overkant van GUM staat een stuk van de 2200 meter lange Kremlinmuur. Hiervoor ligt het Mausoleum van Lenin.
Het Kremlin ontstond op de plek van een nederzetting op de Borovitski-heuvel, bij de monding van het riviertje Neglinnaja in de Moskva. In het Kremlin van Moskou zijn archeologische vondsten gedaan die dateren uit de bronstijd en de vroege ijzertijd. Vanaf de 11e eeuw werden er vestingwerken gebouwd. Op de plaats waar de rivieren Moskva en Neglinnaja samenkomen, liet de Russische vorst Joerij Dolgoroekij in 1156 een houten fort (kremlin) bouwen. Al snel groeide deze verdedigingspost uit tot een bloeiende stad. De ommuring van het Kremlin was aanvankelijk van hout en werd in 1367 vervangen door muren van witte natuursteen, vooral om de stad te beschermen tegen de Mongolen..
De bouw van het Moskouse Kremlin staat in nauw verband met de regeerperiode van Ivan III (1462-1505) die gehuwd was met Sophia Palaeologus, een nicht van de laatste Byzantijnse keizer Constantijn XI (Byzantium). Zij woonde in Rome en was opgegroeid in de Latijnse cultuur. Het is dus geen toeval dat de burcht door Italianen werd ontworpen en gebouwd. Onder leiding van deze grootvorst Ivan III wisten de Russen de Mongolen definitief te verslaan. Ivan riep zichzelf uit tot tsaar van heel Rusland en hiermee stond Moskou aan het hoofd van een koninkrijk. Nadat Sint-Petersburg een tijd lang de rol van hoofdstad had gehad, kreeg Moskou deze na de communistische revolutie terug en werd het Kremlin weer het centrum van het land.
Rond het eind van de 13e eeuw en het begin van de 14e eeuw verschenen de eerste kerken van steen. Het belangrijkste gebouw uit deze periode is de Oespenski-kathedraal van de architect Aristotiles Fioravanti di Ridolfo, die zich bij de herbouw baseerde op de gelijknamige kathedraal in Vladimir. Hij was afkomstig van Bologna en stond bekend om de kwaliteit van zijn werk. Hij bleef trouw aan het Russische model met vierkant grondplan, vijf apsissen en vijf bolvormige koepels. Daarna begonnen Pietro Antonio Sollari en Marco Ruffohun in 1485 aan de vestingswerken van het Kremlin gebaseerd op de Noord-Italiaanse forten wat betekent dat zij bouwden in baksteen. Zij zijn tevens de architecten van het Facettenpaleis genoemd naar de diamantkopversiering op de buitenmuren. De Italianen bleven hun stempel drukken op de Russische bouwkunst.
In de 17e eeuw werden de torens van het Kremlin voorzien van galerijen en puntdaken. In 1707 werden er aarden bastions aan de ommuring toegevoegd. Tussen 1776 en 1787 verrees het senaatsgebouw en van 1844 tot 1851 werkte men aan de Wapenzaal. De laatste grote toevoeging aan het Kremlincomplex, het Congresgebouw, kwam gereed in 1961.