Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten is een kunsthistorisch museum in Antwerpen. Het is het grootste en belangrijkste museum onder de voogdij van de Vlaamse Gemeenschap. Het Museum staat onder leiding van hoofdconservator Dr. Paul Huvenne. Het museum is gevestigd in een statig gebouw uit de jaren 1884-1890 aan de Leopold De Waelplaats.
De collectie geeft een zeer volledig overzicht van de artistieke ontwikkelingen in de Scheldestad, die vooral in de zestiende en zeventiende eeuw tot de belangrijkste kunstcentra van Europa behoorde. Naast de Antwerpse en Vlaamse school zijn ook de Hollandse meesters goed vertegenwoordigd. Tot voor de komst van het MUHKA heeft het Museum getracht ook werken van (voornamelijk Belgische) hedendaagse kunstenaars aan te kopen. Gedurende de 19de en 20e eeuw werden zo werken van levende meesters verworven die een overzicht geven van de artistieke evoluties in België en in het buitenland.
Het museum bezit ook diverse meesterwerken van verschillende buitenlandse scholen. De meer dan 13.000 stuks tellende collectie bestaat hoofdzakelijk uit schilderijen, maar bevat ook tekeningen, prenten en beeldhouwwerken. Niet alle kunstwerken uit de collectie zijn eigendom van de Vlaamse Gemeenschap. Een aantal zeer belangrijke werken, merendeels afkomstig uit het beroemde legaat van Ridder Florent van Ertborn, zijn nog steeds eigendom van de stad Antwerpen.
Op de bovenverdieping zijn werken tentoongesteld van de Vlaamse primitieven als Jan van Eyck (De H. Barbara, Madonna bij de fontein), Rogier van der Weyden (Philippe de Croÿ, Zeven sacramenten), Hans Memling (Zegenende Christus met zingende en musicerende engelen, Portret van een man met een munt), Petrus Christus, Gerard David en verschillende anonieme meesters, van renaissanceschilders als Quinten Matsys (H. Magdalena, Drieluik met de bewening van Christus), Joachim Patinir (De vlucht naar Egypte), Frans Floris (De val van de opstandige engelen), Marten de Vos (De Heilige Lukas schildert Maria), Pieter Brueghel de Jonge, Jan Provoost, Bernard van Orley, Jan Massys, Joachim Beuckelaer, Pieter Pourbus, Jacob Grimmer, Gillis Coignet en Paul Bril, van barokschilders als Peter Paul Rubens (Doopsel van Christus, Het ongeloof van Thomas, Christus op het stro, Laatste communie van de Heilige Franciscus, De lanssteek, Heilige drievuldigheid, Aanbidding van de koningen), Antoon van Dyck (De bewening van Christus, Portret van kunstschilder Marten Pepijn), Jacob Jordaens (Zoals de ouden zongen, zo piepen de jongen), Sebastiaan Vranckx, Jan Brueghel de Oude en Joos de Momper. Er zijn ook werken van Adriaen Brouwer (Kaartspelers en drinkers), David Teniers de Jonge (Rokers), Frans Snyders (Voorraadkamer met een hond, een aap en een papegaai), Frans Francken de Jongere, Erasmus Quellinus de Oude en Lucas van Uden.
Uit de achttiende eeuw heeft het museum een werk van Jean-Baptiste Tency. De negentiende eeuw wordt vertegenwoordigd door schilders als Gustaaf Wappers, Alfred Stevens, Hippolyte Boulenger, Léon Frederic, Henri Evenepoel, Eugène Laermans, Nicaise de Keyser, Hendrik Leys (Albrecht Dürer bezoekt Antwerpen in 1520), Henri De Braekeleer (Bloemkwekerstuin), Constantin Meunier (De terugkeer van de mijn), Théo Van Rysselberghe (Portret van Maria Sèthe), Emile Claus (Zomer), Henry Van de Velde (Vrouw bij het raam), Fernand Khnopff en James Ensor (Het burgersalon, De intrige).
Er zijn buitenlandse meesterwerken van Titiaan (Paus Alexander VI Borgia stelt Jacopo Pesaro voor aan Sint-Pieter), Jean Fouquet (Maria en Jezus omringd door serafijnen en cherubijnen) Jean Clouet, Simone Martini (De engel Gabriël, Maria, De lanssteek, De kruisafneming), Antonello da Messina (Calvarie), Fra Angelico (De Heilige Romualdus ontzegt keizer Otto III de toegang tot de kerk), Lucas Cranach de Oude (Caritas), Frans Hals (Portret van Stefanus Geraerdts), Gerard ter Borch, Nicolaes Maes, Rembrandt van Rijn (Portret van Eleazar Swalmius), Jan Steen en Abraham van Beijeren. Uit de negentiende eeuw bezit het museum ook buitenlands werk van Gustave Courbet, Lawrence Alma-Tadema, Alexandre Cabanel, Auguste Rodin, James Tissot, Jean Auguste Dominique Ingres, George Hendrik Breitner, Jan Toorop, Edgar Degas en Jacques Louis David. Het werk 'Aardappelrooiende boerin' van Vincent van Gogh is een representatief werk voor zijn Hollandse periode.
De benedenverdieping is gewijd aan de twintigste eeuw. Hier zijn onder meer werken van Belgische schilders als Rik Wouters (De strijkster, De opvoeding), Gustave van de Woestijne (De twee lentes), Gustaaf de Smet, Frits van den Berghe, Constant Permeke (Vissersvrouw), Jean Brusselmans (Pajottenland), Leon Spilliaert, René Magritte (16 september), Paul Delvaux (De Roze strikken), Jules Schmalzigaug (Indruk van een danszaal), Jozef Peeters, Victor Servranckx en Pierre Alechinsky (De laatste dag) te zien. De collectie bevat ook werk van enkele grote buitenlandse modernen zoals Lucio Fontana, Amedeo Modigliani (Zittend naakt), George Grosz (Portret van Walter Mehring), Lovis Corinth, Karel Appel (Vliegende man), Jakob Smits en Kees van Dongen.