De Kerk van het Heilige Kruis of Kerk van Aghdamar (Armeens: Սուրբխաչ, Surb Chatsj) is een Armeens-orthodoxe kerk op het eiland Akdamar in het Vanmeer in Oost-Anatolië (Turkije).
Nabij de kerk bevond zich vroeger een klooster. Het complex werd gebouwd onder koning Gagik Artzruni tussen 915 en 921.
Het kerkgebouw bevat bekende voorbeelden van middeleeuwse Armeens-christelijke kunst. Schilderingen op de buitenmuren laten Bijbelse voorstellingen zoals het verhaal van Adam en Eva, Jona en de walvis en David en Goliath zien.
Als gevolg van de Armeense genocide in 1915 raakte de kerk in onbruik en verval. Van 2005 tot 2007 onderging het kerkgebouw een controversiële restauratie. Het stenen kruis dat ooit boven op de torenspits stond, werd niet teruggeplaatst. In maart 2007 werd de kerk opnieuw geopend als museum. De overheid in Ankara heeft de heropening van het gebouw als kerk geweigerd. Voor de restauratie was door de overheid een budget vastgesteld van 2 miljoen Nieuwe Turkse lira (ongeveer 1,4 miljoen Amerikaanse dollar).
Op zondag 19 september 2010 werd voor het eerst in bijna een eeuw tijd weer een dienst gehouden in de Kerk van het Heilige Kruis. Deze gebeurtenis trok veel Armeniërs naar Akdamar, maar ook Turken en Koerden. Ook waren er die uit protest wegbleven vanwege het nooit teruggeplaatste kruis. Pas een jaar na deze mis mag er van de Turkse autoriteiten weer een nieuwe worden gehouden.
