Het Kasteel van Versailles (Frans: "Château de Versailles") is een kasteel en sinds 1792 een nationaal museum, het Musée des châteaux de Versailles et de Trianon in het Franse departement Yvelines. Het museum maakt deel uit van de Réunion des musées nationaux.
}} |- | |- | |} Vooral in Nederland staat dit gebouw ook wel bekend als "Paleis van Versailles", in Vlaanderen is – overeenkomstig het Franse gebruik – de benaming "Kasteel van Versailles" gangbaarder.
In 1624 werd bij het gehucht Versailles, ongeveer 20 km ten zuiden van Parijs, een jachtslot van rode baksteen en zandsteen voor koning Lodewijk XIII opgetrokken. Zijn zoon Lodewijk XIV zou het uitbreiden tot een reusachtig bouwwerk in een 800 hectare groot domein. De eerste architect was Louis Le Vau. In 1680, onder leiding van de architect Jules Hardouin-Mansart, werd het kasteel enorm vergroot. Het interieur werd door Charles Le Brun ontworpen. Het is een van de grootste kastelen ter wereld, en staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
Het kasteel van Versailles was bekend om zijn weelderige hoffeesten en strenge protocol, het is daarom het symbool bij uitstek voor het Ancien Régime. Het paleis bezat 226 woningen en dubbel zoveel appartementen voor een persoon. Men schat dat er op het einde van de regeerperiode van Lodewijk XIV dagelijks ongeveer 3000 tot 10.000 hovelingen in Versailles verbleven. De ene uit nieuwsgierigheid, de andere uit relationele motieven, maar de meesten om hun brood te verdienen. Het kasteel was een soort Woonboulevard of shopping mall. Louis de Rouvroy, de hertog van Saint-Simon bewoonde drie kleine kamertjes, die uitkeken op een onwelriekende binnenplaats, in gebruik als openbaar toilet. Zijn studeerkamer was een hok zonder licht. Toch werd hij door het hele hof benijd.
Het kasteel, de voornaamste residentie van de Franse koning, was ook het regeringscentrum en het militaire hoofdkwartier van Frankrijk. Tot het domein behoren onder andere:
De grote en kleine stallen zijn ongeveer even groot. Het verschil is functioneel: in de kleine stallen stonden de paarden voor de jacht, in de grote stallen waren de paarden voor de koetsen ondergebracht. Nu staat daar een collectie koetsen en sleden.
Шаблон:Wrapper |- | |- | |- | |- | |- | |- | |}
|
|
Het meubilair bestaat grotendeels uit een grote collectie Franse meubelen in Barok, Classicistische en Empire-stijl. Een deel van het meubilair van Lodewijk XIV is bewaard, zoals de bekende commodes van André-Charles Boulle. Sommige stukken zijn verloren gegaan, zoals vroege bureau's van Pierre Golle en het fameuze massief zilveren meubilair dat al door de Zonnekoning werd omgesmolten om zijn oorlogen te betalen. Ook de wereldberoemde secretaire van Lodewijk XV door Jean-François Oeben bleef bewaard. Andere meubelmakers van belang waren Georges Jacob en Auburtin Gaudron, die zijn werkplaats had in de rue Saint-Honoré.
Het interieur werd verzorgd door de Koninklijke Academie voor Beeldhouw- en Schilderkunst; het werd een echte grote parel van de Franse Barok. De minister van Financiën Colbert had een invoerverbod opgelegd voor de luxeproducten die Frankrijk ook zelf produceerde; de fabricage van wandtapijten, linnen, kant, stoffen, meubels, spiegels en glas werd daardoor sterk bevorderd. Colbert zorgde ervoor dat de belangrijkste lieden in een koninklijke manufactuur werden tewerkgesteld. De mooiste stukken werden dan naar Versailles gestuurd waar zij werden bewonderd door de hovelingen en de talloze ambassadeurs. Zo was Versailles een etalage van het allerbeste dat Frankrijk te bieden had.
Het weelderige interieur werd gebaseerd op de barokke Italiaanse stijl en de vele salons werden dan ook met marmer aangekleed. De koning wilde daarvoor de marmergroeven in de Pyreneeën, die niet meer waren gebruikt sinds de val van Rome, weer laten ontginnen. Het mercantilisme, een economisch systeem dat door minister Colbert werd toegepast, hield immers in dat een land zoveel mogelijk zelf moest produceren en zo weinig mogelijk diende in te voeren.
Versailles was, behalve een prestige-object van een megalomane en ijdele koning, dus ook een economisch project. Aan het begin van de regering van Lodewijk XIV gaf Italië in Europa de toon aan op het gebied van mode, architectuur en luxe. Aan het eind van de 18e eeuw was dat, dankzij de etalage van Franse kunstnijverheid die Versailles was, sterk veranderd. Frankrijk gaf nu in heel Europa de toon aan.
De koninklijke slaapkamer is het hart van het kasteel. Deze ruimte is niet alleen de fysieke kern van het gebouw, het is ook de spil waarom de bewegingen van de duizenden hovelingen draaiden als waren zij inderdaad de satellieten van de zonnekoning. Hier ging de vorst slapen onder het waakzame oog van Frankrijk. Een sculptuur (Frankrijk waakt over de Vorst) met deze naam is de illustratie van de koninklijke almacht.
Centraal staat het grote paradebed; de koning sliep en stierf in een prachtig hemelbed. Voor de draperieën werden alleen de kostbaarste stoffen gebruikt, zoals rode en gouden zijde en brokaat. De stoffen zijn niet bewaard gebleven, het protocol van het hof schreef immers voor dat de hofmaarschalk recht had op de complete inventaris van de sterfkamer van de koning. Voor het bed staat een vergulde balustrade. Alleen bevoorrechte hovelingen mochten daar achter komen.
De kamer is voorzien van uitbundige verguldsels en is versierd met wandtapijten en een paar schilderijen door de koning zelf uitgekozen. Door de grote halfronde ramen heeft men uitzicht op de Cour de Marbre en de stad.
Rond de slaapkamer liggen de zalen van het kleine appartement des konings: de zaal van de lijfwachten, de voorkamer van het groot servies, de voorkamer die men "l'Oeil-de-boeuf" (het ossenoog) noemde, de kamer des konings en het raadskabinet. Via kleine trappen kon de koning discreet zijn badkamers op de benedenverdieping bereiken.