Gulanyu is een klein eiland voor de kust van Xiamen, behorend bij de provincie Fujian in Zuid-China.
Tijdens de Ming-dynastie (1368-1644) heette het eiland 'Yuanshazhou' en waren de troepen van Koxinga op dit eiland gelegerd. Een groot beeld van Koxinga staat op een rots en kijkt uit over de zee, richting Xiamen.
De Schotse medicus Sir Patrick Manson (1844-1922) leefde vanaf 1871 op Gulangyu. Hij ontdekte o.a. het verband tussen malaria en muggen, hetgeen in 1898 bewezen werd door Sir Ronald Ross, die er in 1902 de Nobelprijs voor kreeg. Ook vond Manson enkele instrumenten uit die nog steeds door medici gebruikt worden.
Na de opiumoorlog en het Verdrag van Nanking van 1842 werd het eiland een soort enclave, waar vanaf ongeveer 1860 veel Europeanen en rijke Chinezen woonden. In 1903 werd het eiland uitgeroepen tot een internationale nederzetting voor Europeanen en Aziaten. Dertien landen hadden op het eiland een consulaat, waaronder de Verenigde Staten, Nederland, Engeland, Frankrijk en Japan. Dat verklaart de Victoriaanse stijl van de huizen op dit eiland. Het eiland ademt een Zuid-Europese sfeer met zijn smalle straatjes en elegante, deels in verval geraakte koloniale huizen.
Na de Tweede Wereldoorlog behoorde het eiland bij Xiamen, maar sinds 2003 maakt het deel uit van het district Siming in de provincie Fujian.
Het Fujiandialect Min Nan wordt op het eiland gesproken.
Er is geen verkeer op het eiland. Voor de toeristen zijn er een paar elektrische golfautootjes, die van de veerboot naar de hotels rijden. De bevolking loopt alles. Lichtere zaken worden met een bamboe juk gedragen, grote hoeveelheden gaan per handkar evenals zware bouwmaterialen.
Er gaat overdag iedere tien minuten een veerboot van Xiamen naar Gulangyu, de oversteek duurt een paar minuten. Op het eiland zijn alleen voetgangers, een politieauto, een brandweerwagen en een ambulance. Ook zijn er enkele elektrische buggy's voor de toeristen.