De Geodetische boog van Struve strekt zich uit van Hammerfest in Noorwegen tot aan de Zwarte Zee. De boog beslaat een lengte van 2820 kilometer en loopt door tien verschillende landen. Door middel van de meetpunten op de boog, kan nauwkeurig de grootte en de vorm van de aarde worden berekend door middel van driehoeksmeting.
De boog is genoemd naar de astronoom Friedrich Georg Wilhelm von Struve (1793-1864). In zijn opdracht werden tussen 1816 en 1855 258 driehoeken en 265 vaste punten geïnstalleerd. Deze punten zijn op verschillende wijze gemaakt; zo zijn er gaten in rotsen, ijzeren kruisen, stenen en obelisken die de punten aangeven. De term geodetisch verwijst naar het wiskundige begrip geodeet dat de kortste verbinding tussen punten aanduidt, en naar geodesie, de wetenschap die onder andere de vorm van de aarde bestudeert.
De Geodetische boog van Struve loopt door de volgende landen:
Ten tijde van aanleg waren dit slechts twee landen; Zweden-Noorwegen en het Russische keizerrijk.
De boog van Struve is een opmerkelijk voorbeeld van wetenschappelijke samenwerking tussen wetenschappers uit verschillende landen en tussen verschillende staatshoofden. In het jaar 2005 zijn 34 punten van de Geodetische boog van Struve op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO geplaatst.