Het Gardameer (Italiaans: Lago di Garda) is het grootste meer van Italië. Het heeft een omtrek van 158,4 km. Het landschap heeft een schilderachtig karakter door het diepblauwe water, de oleanders, de citroenbomen en de cipressen. Het Gardameer ligt in de regio´s Lombardije, Trentino-Zuid-Tirol en Veneto.
}} |- | vooraan]] |- | |- | |}
In morfologisch opzicht is de grote watermassa verdeeld in twee gedeelten. Het noordelijke deel is smal en ligt ingeklemd tussen steile bergen, waardoor het doet denken aan een Scandinavisch fjord. Het zuidelijke deel loopt uit in een breed bekken waar het Schiereiland van Sirmione inpriemt.
Er liggen zeven kleine eilandjes in het meer:
Hoog boven de oostkust vinden we de Monte Baldo met zijn toppen, de Altissimo (2078 m), de Pozzette (2218 m) en de Telegrafo (2200 m). De steile kalksteenhellingen bieden tot aan de oever een afwisselend gezicht met weiden, bossen, rotsen, heuvels en valleien, littekens van steenlawines, cipressen, olijfgaarden, wijngaarden en hier en daar wat huizen en een paar kleine dorpjes.
De westkust tussen Riva en Gargnano bestaat uit steile, soms loodrecht uit het meer oprijzende rotsen, met hoog boven de scherpe bergen uitstekende toppen van de Pari (1991m), Carone (1621m), Denervo (1460m) en de Pizzardo (1582m).
De steile bergwanden worden doorsneden door een flink aantal nauwe valleien. De belangrijkste valleien zijn:
Het meer ten zuiden van de bergwanden ziet er totaal anders uit. Hier zijn geen steile rotswanden en vlak langs de oever of in de rotsen uitgehouwen wegen. Aan de westkant vanaf Gargnano is de oever vlak, alleen bij de Rots van Manerba wordt hij nog wat steil en hoog (218m). Maar hiervandaan vinden we tot Desenzano en Peschiera alleen maar vlakke grond en zo gaat het door tot de rots van San Virgilio bij Garda.
Behalve de eerder genoemde rivier de Sarca stromen nog een heel aantal kleinere riviertjes in het Gardameer uit. We noemen de Varone, de Abola en de Ponale in het noorden van het meer. De San Giovanni (bij Limone), Campione (bij San Michele), de Brasa, Toscolano, Bornico en de Barbarano vinden we in het westen van het meer. De riviertjes aan de oostkant van het meer zijn over het algemeen vrij klein en kort.
De enige bevaarbare rivier, de Mincio, stroomt bij Peschiera uit het Gardameer naar het zuiden, om ten zuiden van Mantua in de Po te stromen.
Het Gardameer was vooral in de jaren '70 en '80 door toedoen van onder andere industrieel en toeristisch afval en andere zaken ernstig vervuild geraakt. Mede aangezien het hier tevens een bedreiging voor het toerisme - een belangrijke inkomstenbron rond het Gardameer - betrof, veroorzaakte dit grootschalige milieusancties, een thans schoner en gezonder water ten gevolge hebbend.
In juli 2005 werd de laagste waterstand ooit gemeten, met grote gevolgen voor de landbouw. Maar in juli 2008 stond het water extreem hoog tegenover de vorige jaren.