De Eiger is een 3970 meter hoge berg in de Berner Alpen (Zwitserland).
De Eiger is weliswaar geen "vierduizender", zoals nabijgelegen toppen als de Jungfrau en de Mönch, maar hij geldt wel als de spectaculairste om te beklimmen. Zijn steile noordwand is een klassieke uitdaging, die bekend staat als de gevaarlijkste klim van Europa. In 1858 is de berg voor het eerst beklommen door Charles Barrington, Christian Almer en metgezellen.
Op 24 juni 1938 beklom Anderl Heckmair als eerste met Heinrich Harrer, Fritz Kasparek en Ludwig Vörg deze beruchte Eiger-noordwand, die gold als "een van de laatste problemen in de Alpen".
Twee van hen beschikten over stijgijzers met punten aan de voorkant: voor die tijd een nieuwigheid in de klimuitrusting die veel tijdwinst opleverde doordat in ijs en sneeuw niet overal treden hoefden te worden uitgehakt. De als zeer heldhaftig afgeschilderde beklimming, door een onderweg gesloten gelegenheidcoalitie van een Duits en een Oostenrijks duo kort na de Anschluss van Oostenrijk bij Duitsland, werd door de nazi's propagandistisch uitgebuit. Hierdoor werd het ook een politiek beladen sportieve prestatie. Overigens zou een van het viertal later in de Tweede Wereldoorlog sneuvelen als militair bij de Gebirgsjäger, die voor speciale opdrachten ook werden ingezet aan het Oostfront.
De bijnaam van de noordwand werd de "Mordwand",vanwege het grote aantal omgekomen klimmers. De mislukte en herhaaldelijk na dramatische en fatale ongevallen afgebroken pogingen in de jaren '30 van de 20e eeuw bezorgden de wand een sinistere reputatie, die door sommige vermetele klimmers niet als afschrikwekkend maar juist als een uitdaging werd gezien. Ten tijde van die eerste geslaagde beklimming in 1938 waren naar aanleiding van ongevallen in de voorgaande zomer verdere pogingen zelfs nog door de autoriteiten verboden.
De klim is met name gevaarlijk vanwege steenval, ijsafzetting en de drie ijsvelden waar de klimmers een makkelijk doelwit voor de vallende stenen zijn.
In 1971 beklimmen Vincent Dewaele en Renaat Van Malderen als eerste Belgen de Noordwand. In 1969 had deze laatste reeds samen met Tony Peeters als eerste belgisch team de Walkerpijler op de Grandes Jorasses beklommen.
In 1977 beklommen Bas Gresnigt en Ronald Naar als eerste Nederlanders de noordwand. Sindsdien is de bergwand meerder keren door Nederlanders beklommen, onder andere door Gertjan van Leersum, Johan Taks, Gerard van Sprang, Cas van der Gevel, Wilco van Rooijen, Thierry Schmitter en Jan-Willem Jenneskens.
Ook zijn er over de duizelingwekkend steile pijlers moderne rotsklimroutes geopend. Michel Piola en Gerard Hopfgartner klommen in 1979 De Geneefse route. Deze route werd door Piola gewaardeerd op ED-A3. In 1988 werd deze route voor de derde maal herhaald door het Nederlandse klimduo van der Werff/Zikel.
Op 13 juli 2006 stortte rond acht uur 's avonds 500.000 kubieke meter rotsblokken naar beneden op de Untere Grindelwaldgletscher, waardoor er urenlang een grote stofwolk hing boven de gemeente Grindelwald. De oorzaak ligt mogelijkerwijs in het binnendringen van smeltwater in de rotsen alsook wellicht in de toegenomen instabiliteit vanwege de door de opwarming van de Aarde veroorzaakte inkrimping van de aanwezige gletsjer.
Over de geschiedenis van de beklimmingen van de beruchte Eiger-noordwand verscheen van eerstbeklimmer Heinrich Harrer het boek Der weisse Spinne (naar de benaming die door de klimmers in de jaren '30 werd gegeven een sneeuwveld in deze wand) en in 2008 van Rainer Rettner Eiger, Triumph und Tragödien 1932-1938' .