Chefchaouen of Chaouen (van het Berbers: Accawen, letterlijk "hoorns") is een stad in noord Marokko en is de hoofdplaats van de provincie Chefchaouen. De plaats is een toeristische trekpleister en bekend door haar indigoblauw geschilderde huizen. Het stadje is gelegen op een hoogte van 557 meter boven de zeespiegel. De naam verwijst naar de vorm van de bergtoppen boven de stad, die lijken op de hoorns van een dier. Chefchaouen wordt beschouwd als een heilige stad en telt acht moskeeën. In 2004 telde Chefchaouen 35.709 inwoners.
In 1470 stichtten de Ghomara stammen, aangevoerd door sjerief Moulay Ali ben Rachid de kasba als bolwerk tegen de Portugezen die na het veroveren van belangrijke havensteden aan de Atlantische kust ook het binnenland binnendrongen. Rondom de kasba zou al snel een stad ontstaan omdat er een waterbron te vinden was. In de laatste jaren van de Reconquista kwamen veel moslims, Morisken en Joden naar Marokko en vestigden zich o.a. in Chefchaouen. Veel van de witte puntgevelhuizen stammen nog uit deze tijd.
Van 1925 tot 1927 hoorde het bij de Rif-Republiek van Abdel Krim. In 1921 riep hij een onafhankelijke islamitische Rif-Republiek uit en leidde het verzet tegen de Spaanse bezetting. In die tijd werd de stad enkele malen door het Spaanse leger aangevallen en gebombardeerd, maar pas in 1927 ingenomen.
Er zijn meerdere legendes over wie de blauwe gevels heeft geïntroduceerd en waarom. Wel zorgen de blauwe steegjes met rijk versierde deuropeningen en vele fonteinen voor een aparte sfeer. In de stad zijn zo'n tweehonderd hotels te vinden. Belangrijke bezienswaardigheden zijn:
Omdat de omliggende regio een belangrijke producent is van cannabis trekt de stad ook veel drugstoeristen. Rondom de stad word een eigen geitenkaas geproduceerd en verder is in de buurt de Kef Toghobeitgrot te bezoeken. Dit is de diepste grot van Marokko.