Bruichladdich (uitspraak: broeik-leddie) is een van de acht nog in werking zijnde whiskydistilleerderijen op het eiland Islay.
Bruichladdich werd in 1881 gebouwd door de Harvey familie in een
tijd dat de vraag naar whisky zowel in het Verenigd Koninkrijk als
daar buiten stijgend was. Mede doordat de Franse wijngaarden
vernietigd werden door de phylloxera luis.
De distilleerderij werd gebouwd aan de Rhinns aan de
westkust van het eiland Islay. Vlak bij de plaats waar in 2005 de
achtste distilleerderij 'Kilchoman' werd gebouwd.
De distilleerderij kende, zoals veel andere, een bewogen
geschiedenis. In de tijd van de depressie werd Bruichladdich
gesloten (1929-1936), in 1938 werd de distilleerderij verkocht aan
Joseph Hobbs, maar later dat jaar werd ze als eerste
Islay-distilleerderij Amerikaans eigendom, National Distillers of
America kocht de distilleerderij via Train & McIntyre Ltd. Tijdens
de Tweede Wereldoorlog was Bruichladdich gesloten, om in 1952
verkocht te worden aan Ross & Coulter. In 1960 werd ze verkocht aan
A.B. Grant, deze verkocht in 1968 aan Invergordon Distillers.
Hierna werden de whiskytijden weer beter; tussen 1960 en 1971
verdrievoudigde de Schotse whiskyexport, in 1975 werden twee nieuwe
stills gebouwd. Begin tachtiger jaren zakte de whiskyverkoop echter
weer in en in 1984 was Bruichladdich nog maar één dag per week
operationeel. Invergordon werd in 1993 overgenomen door Whyte &
MacKay en Bruichladdich werd weer gesloten. In december 2000 werd
Bruichladdich echter gekocht door de Londense wijnhandelaar Mark
Reynier voor £ 7.500.000. Jim McEwan van Bowmore
werd aangesteld als productiedirecteur. In juli 2012 werd de
distilleerderij verkocht aan het Franse concern Rémy Cointreau voor
58 miljoen Britse pond.
Het water voor de distilleerderij is afkomstig van het
Bruichladdich Reservoir. Bruichladdich heeft een mash tun
met een inhoud van zeven ton en zes washbacks waarvan er
vijf in gebruik zijn. Het distilleren gebeurt met twee wash
stills met ieder een capaciteit van 17.275 liter en twee
spirit stills met ieder een capaciteit van 12.274 liter die
door middel van stoom worden verhit. Per jaar wordt ongeveer
320.000 liter pure alcohol geproduceerd.
Bruichladdich whisky is altijd non-chillfiltered en niet
gekleurd.
Bruichladdich bewijst met zijn manier van whisky-productie dat een distilleerderij niet afhankelijk hoeft te zijn van een standaard botteling die jaar in jaar uit geproduceerd wordt, wanneer het ook mogelijk is om een zachte whisky te maken en daarna een scherpe, geturfde versie of een elegante of peperige whisky. De new-make die de distilleerketels verlaat heeft een zoet, elegant marsepein-achtig karakter, behalve wanneer de Port Charlotte (20-25 ppm) wordt gemaakt, deze heeft uiteraard een veel rokeriger karakter. De Octomore spirit (46.4 ppm) heeft een aardachtige, olieachtige structuur met een karamel-smaak.
Het aantal bottelingen is groot en zeer divers:
Bruichladdich is ook te vinden in de Black Bottle blended whisky