De Brühlsche Terrasse, met fraai uitzicht op de rivier de Elbe in Dresden, staat bekend als het balkon van Europa. Het terras bevindt zich tussen de Augustusbrücke en de Carolabrücke. Hier, onder het terras, in de gewelven, begon Johann Friedrich Böttger in 1707 met zijn experimenten voor het maken van goud. Goud heeft hij niet uitgevonden, maar wel het procedé voor de vervaardiging van porselein.
In 1739 ontving Heinrich Graf Brühl de eerste delen van de stadsverdedigingsmuur van Friedrich August II. De verdedigingsmuur was overbodig geworden en Heinrich Graf Brühl liet de muur in een lustpark veranderen. Hij bouwde in samenwerking met architect Johann Christoph Knöffel, een paleis, een bibliotheek en een galerie. Deze gebouwen staan er echter niet meer. Rond 1814 werden de tuinen voor het publiek opengesteld en rond deze tijd werd de grote vrijstaande trap gemaakt. In 1868 ontstonden de vier beeldengroepen, die de tijden van de dag afbeelden.
Het eerste gebouw op het terras is een klein neobarok gebouw, de Secundogenitur-bibliotheek uit 1897, gebouwd door Gustav Fröhlich op de plaats van de bibliotheek van graaf Brühl. Momenteel is het gebouw in het bezit van het Hilton Hotel en herbergt een bekend café. Het eerste gebouw, gezien van het Schlossplatz, is de neorenaissancistische Landtag (parlement).
Bijzondere monumenten en sculpturen op de Brühlsche Terrasse zijn de werken van de beeldhouwer Ernst Rietschel, de Sieben-Bationensculptuur en het Sempermonument.
In het centrum staat het gebouw van de Kunstakademie, met ernaast het tentoonstellingsgebouw van de kunstvereniging Saksen. Deze gebouwen werden van 1891 tot 1894 volgens de plannen van Konstantin Lipsius gebouwd. In de Tweede Wereldoorlog werden de gebouwen zwaar beschadigd. De glaskoepel van de academie met de figuur “Fama” (Godin van de roem), bekend als de Zitronenpresse (citroenpers) vanwege de koepel van geribbeld glas, was het opvallendste silhouet van de stad in de tijd dat de Frauenkirche verwoest was. Sinds 1992 worden de historische bouwwerken weer in originele toestand herbouwd.
Aan de voet van de trap van het Sempermonument is de toegang tot de historische resten van de middeleeuwse stadsvesten van Dresden, de Kazematten. Een labyrint van gangen is tussen 1519 en 1529 door hertog Georg gebouwd als deel van de fortificaties van de stad.