Het Braccianomeer (Italiaans: Lago di Bracciano / Sabatino) is, net als het grotere en meer noordelijk gelegen Bolsenameer, een kratermeer van vulkanische oorsprong. Het meer heeft een ovale vorm, wat typisch is voor kratermeren. De wateroppervlakte van het meer ligt 164 meter boven zeespiegel. Water wordt afgevoerd door de kleine rivier Arrone die in de Tyrrheense Zee uitstroomt ten westen van Rome. Via een aquaduct wordt water afgevoerd richting de stad Rome waar met het water onder andere de tuinen van het Vaticaan worden besproeid. Vanwege de geringe hoeveelheid water die afgevloeid wordt, heeft het meer 137 jaar nodig om al het water te verversen. Het Braccianomeer wordt gevoed door water dat afkomstig is uit de omringende bergen en door bronnen. Het is er verboden om met gemotoriseerde boten op het meer te varen, behalve door de politie. Hierdoor is het meer zo schoon gebleven in vergelijking met andere toeristische meren.
Het water is zeer zuiver en vrij van olieresten zoals je die wel eens tegenkomt in andere meren.
Typisch voor dit meer is de spiegelgladde wateroppervlakte in de voormiddag, waarna er -meestal- rond het middaguur een briesje opsteekt dat 's namiddags een aangename golfslag oplevert. Bij veel wind kun je het effect krijgen van een ware 'Noordzeebranding', maar dan met zoet water.
Aan het meer liggen drie plaatsen; Bracciano, Anguillara Sabazia en Trevignano Romano, waarvan de eerste twee het bezienstwaardigst zijn. Het Braccianomeer wordt vergezeld door het kleine Lago di Martignano dat op een geringe afstand van de oostoever ligt. Ten noorden van het meer liggen de Monti Sabatini (maximale hoogte 612 meter). Vanwege de nabije ligging en de goede waterkwaliteit is het meer erg geliefd bij de inwoners van Rome.