Aššur, Assoer of Ashoer (huidige naam: Qalat Sjergat) is en voormalige stad gelegen aan de Tigris in het huidige Irak, 390km ten noorden van Bagdad.
Het was de belangrijkste stad van de Assyrische beschaving. De naam van de stad was afkomstig van de hoogste god van deze historisch belangrijke cultuur.
De vindplaats is in 2003 door UNESCO tot Werelderfgoed verklaard. De stadsmuren sloten een gebied in van ongeveer 64 ha en bij opgravingen werd een groot aantal over elkaar heen liggende stratigrafische lagen met archeologisch materiaal gevonden. De oudste daarvan dateren van het 3e millennium v.Chr.:
Hierop bevinden zich ook nog lagen uit de Hellenistische en de Arabische tijd
Het oudste en grootste deel van de stad was in het noorden gelegen en heette Libbi-ali. Het wordt een aantal malen genoemd in de eponiemenlijsten omdat een jaar soms naar de gouverneur van Libbi-ali genoemd werd. Er is ook een aantal keren sprake van een opstand in de oude stad. In het midden van het tweede millennium werd er een zuidelijk deel bij de stad gevoegd alu-iššu geheten.
De dubbele tempel van Sin en Šamaš (de maan en de zon) is bijna verdwenen, dit geldt ook voor de bit-akitu