Geschiedenis
De Spanjaard Diego Ramirez dela Diaz ontdekte het eilandje op 1 januari 1473. Het eilandje is in handen geweest van verschillende Europese machten. Zoals Portugal, Spanje en Nederland.
Het eilandje werd veroverd vlak nadat de Nederlander Cornelis Jol de Angolese stad Luanda veroverde op de Portugezen. De WIC (die de macht op het eiland kreeg) gebruikte het als verversingsstation vanwege de verswaterplaats en de vele vruchten die op het eiland groeiden. Zij bestuurden het vanuit de Slavenkust. De Spanjaarden kregen het eiland in 1778 in handen en voegden het bij hun kolonie Spaans Equatoriaal Guinea. Het werd samen met de rest van het land onafhankelijk in 1968.
Ligging / klimaat
Het eilandje is 300 km gelegen onder de eilandnatie Sao Tomé en Principe. Op het eiland heerst een tropische regenklimaat, en het is er erg bergachtig. Dit door de vulkanische oorsprong van het eiland. Er zijn 3 vulkanen: Pico del Fuego en des Pico Surcado zijn 630 meter hoog. In de krater van Pico Surcado bevindt zich een meertje.
Taal
Alhoewel Spaans de officiële taal is, wordt er op het eiland wordt veelal het Fa D'ambu (ook: Annabonees), een Portugese creolentaal, gesproken. De taal die in totaal door zo'n 9.000 mensen wordt gesproken, wordt daarnaast ook in verschillende wijken van Malabo gebruikt. De taal bestaat naast het Portugees, voor 82% uit woorden uit het Forro, en 10% uit Spaanse woorden.