Alden Biesen is de naam van een landcommanderij in Rijkhoven (een deelgemeente van Bilzen) in een 56 ha groot domein. Het is het grootste kasteelcomplex tussen Loire en Rijn.
De landcommanderij Alden Biesen met aan het hoofd een
landcommandeur, was de hoofdzetel van een balije of provincie van
de Duitse Orde in het land van Maas en Rijn tijdens het Ancien
Régime. Deze balije telde 12 commanderijen (bevattende
stadsresidenties, kastelen en pachthoeven met uitgestrekte
landerijen), elk van hen beheerd door een commandeur, onder het
gezag van de landcommandeur. De 12 verschillende commanderijen
lagen verspreid over het huidige Belgisch Limburg, Nederlands
Limburg, Vlaams-Brabant, het Nederlandse Noord-Brabant en de Duitse
deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen. De landcommandeur zelf stond
onder het gezag van de grootmeester van de Duitse Orde.
De 12 onderhorige commanderijen van Alden Biesen waren : Kleine Biesen te Geleen in 1468 overgegaan in Nieuwen Biesen te Maastricht, Gemert in Noord-Brabant, Siersdorf in het Rijnland, Bernissem onder Sint-Truiden, Jungen Biesen Keulen, Bekkevoort bij Diest, Commanderij van Gruitrode in de Limburgse Kempen, Commanderij van Sint-Pieters-Voeren, St.-Aegidius bij Aken, kasteel van Ordingen onder Sint-Truiden, Ramersdorf bij Bonn en St.-André in de stad Luik.
Het kasteelcomplex Alden Biesen is ondertussen uitgebouwd tot een cultuurcentrum van de Vlaamse Overheid. Het doet dienst als congrescentrum en is bovendien een cultuurhistorische trekpleister.
Het hart van het voormalige ridderverblijf is het binnenhof of de erekoer van de waterburcht (1543-1566). Naast een gotisch trapgeveltje staat de klokkentoren. Grote regenschermen houden de erekoer droog, creëren bijzondere mogelijkheden bij allerlei manifestaties en zorgen voor een bijzondere sfeer.
De vertrekken van de landcommandeur, het kabinet, het salon en de bibliotheek in de waterburcht werden in 2003 gerestaureerd. Opmerkelijk zijn de parketvloer, de wandbekleding met perkament van edelhert en de kunstzinnige plafonddecoratie met de vier kardinale deugden. In de noordoostelijke hoektoren van de waterburcht liet de landcommandeur zijn bibliotheek inrichten in Luikse rococo, met zijn staatsieportret in de schouwboezem en een portrettengalerij van zijn familie.
Aan de houten brug naar de waterburcht ligt “de tuin van de landcommandeur”. Die maakt deel uit van de Franse tuin van Alden Biesen, die in 1991 opnieuw aangelegd werd naar het oude voorbeeld van omstreeks 1700.
Een hekken (1775) sluit het voorhof af. In het voorhof staan de rijschool (nu polyvalente zaal) en de tiendschuur en de oudere voorhofgebouwen (nu verblijfsaccommodatie) tegenover elkaar. Aan de andere zijde van het hekken leidt een lindendreef naar het Haspengouwse landschap.
De eenbeukige kerk (1638) van Alden Biesen is een zeldzaam bedehuis van de Duitse Orde. Het barokke hoofdaltaar is in zwart en wit, de kleuren van die ridderorde. Op het linkse zijaltaar staat de laatgotische Madonna met Kind, patrones van de Duitse Orde, sinds ca. 1270 hier aanbeden als miraculeus beeld.
Aan het oostelijk einde van de Maastrichterallee, aangelegd op het einde van de 16e eeuw staat het poortgebouw met het apostelhuis (nu taverne en natuureducatief museum) en de trompetterswoning, waar de poortwachter verbleef. Het poortgebouw is nu een knooppunt van wegen en fietsroutes. Aan het andere einde van de allee is er de kerk, de oranjerie, de tuinierstoren en het gastenhuis (nu taverne).
Op de helling naast het gebouwencomplex strekt zich de Engelse tuin uit met daarin een Minervatempel, een van de folies van dit landschapspark.
Even verder langs de weg naar Bilzen staat een voormalige rentmeesterswoning van Alden Biesen. Ze werd in de 17e eeuw in Maaslandse stijl opgetrokken. Ze werd in 2008 aangekocht door de gemeente Bilzen en zal een bestemming krijgen als hotel.
Alden Biesen is een cultuurcentrum van de Vlaamse Gemeenschap en als Europees centrum een ontmoetingsplaats voor Vlamingen en Europeanen.
Om het toenmalige ideaal van de kruistochten te ondersteunen schonken de graaf Arnold III van Loon en zijn zus Mathildis, de abdis van Munsterbilzen, in 1220 aan de Duitse Orde een bedevaartskapel met aanhorigheden in Rijkhoven, nu deelgemeente van (Bilzen). Daar bouwden de ridders van de orde een vestiging. Alden Biesen groeide uit tot hoofdzetel van de balije Biesen, die in de loop der eeuwen veertien onderhorige commanderijen in het Maas-Rijngebied zou tellen.
Omstreeks 1361 verliet de Duitse Orde het onveilige en vochtig gelegen Alden Biesen om in de commanderij Nieuwen Biesen in Maastricht haar nieuwe hoofdzetel van de balije Biesen te vestigen. De oude kloostergebouwen van Alden Biesen bleven troosteloos achter.
In 1543 liet landcommandeur Winand van Breill op het vervallen domein Alden Biesen een majestueuze zomerresidentie bouwen. Met de bouw van de klokkentoren was dit kasteel, opgetrokken in de traditie van de laat-middeleeuwse beveiligde waterburchten, in 1566 voltooid. In 1571 werd met de voorburchten begonnen. Alden Biesen was herrezen. Het zou tot in de 18e eeuw een permanente bouwwerf blijven.
In 1616 werd het zogenaamde gasthuis van Alden Biesen gebouwd. Daarin hield een priester van de Duitse Orde school voor de omwonende jeugd. Het werd in 1716 een herberg voor ambachtslui, winkeliers, bezoekers en vreemd personeel.
Onder landcommandeur Godfried Huyn van Geleen verrees er een nieuwe barokke kerk (gebouwd in 1634-1638) ter vervanging van de oude middeleeuwse O.-L.-Vrouwekapel. Aan de rijke stoffering ervan werkten Luikse ambachtslui. Bij de kerk sluit een galerij met Toscaanse zuilen aan, die in 1635 voltooid werd. De opzet van dit galerijgebouw lijkt een nieuw hospitium, maar die functie heeft het nooit vervuld.
Het indrukwekkende poortgebouw, 30 m hoger gelegen dan de waterburcht, was de hoofdingang van het domein. De poorttoren van 1652 kijkt uit op Maastricht via de Maastrichterallee. In de aansluitende trompetterswoning van 1663 logeerde de poortwachter. Het apostelhuis aan de andere kant was in 1720 geconcipieerd als verblijfplaats voor twaalf behoeftigen uit de omgeving. Die functie heeft het evenwel nooit vervuld.
Onder landcommandeur Hendrik van Wassenaer werd omstreeks 1700 de Franse tuin, samen met het oranjeriegebouw, aangelegd. De waterburcht werd gemoderniseerd. Nagenoeg elke landcommandeur liet in het interieur of bij verbouwingen zijn “naamkaartje” in Alden Biesen achter.
Het renaissanceslot werd onder landcommandeur Damian Hugo von Schönborn in 1715-1716 getransformeerd tot een adellijke residentie. De westvleugel van de waterburcht werd omgebouwd tot corps de logis, met in het midden de eretrap. Grote Franse ramen maakten het kasteel transparant. Ook het voorhof werd grondig gerenoveerd.
In de noordoostelijke hoektoren van de waterburcht liet landcommandeur Ferdinand von Sickingen in 1745 zijn bibliotheek inrichten in Luikse rococo, met zijn staatsieportret in de schouwboezem, een portrettengalerij van zijn familie, prachtige parketvloer en een plafonddecoratie met werk van de 17de-eeuwse Luikse kunstschilder Walthère Damery.
Tussen 1769 en 1775 werd de dwarsvleugel van het voorhof, die de twee voorburchten verbond, gesloopt. In het verlengde van de voorburchten werden twee gebouwen opgetrokken in classicistische stijl: de rijschool en de tiendschuur. Zo kreeg het kasteelcomplex de vorm zoals we die nu nog kennen.
Het Engelse park was de eindfase van de eeuwenoude kasteelarchitectuur. Aangelegd in 1786-1787 bestond het uit een helling, monumentale bomen en exotische struiken, een grasveld, kronkelende paadjes, waterpartijen en folies als de Romeinse Minervatempel, Tataarse huisjes, een Chinees tempeltje, een grot, een ruïne en een hermitage.
In 1794 doken ook in het Maas-Rijngebied de Franse revolutionairen op. Ze dreven de ridders en priesters van de Duitse Orde op de vlucht en namen Alden Biesen en de andere bezittingen van de Orde in beslag. In 1797 werd het domein in Maastricht geveild. Het gebouwencomplex takelde af. De site leek na de Tweede Wereldoorlog zelfs ten dode opgeschreven.
Op 8 maart 1971 viel de waterburcht ten gevolge van een schoorsteenbrand ten prooi aan de vlammen. De Belgische staat handhaafde toch haar principebesluit om Alden Biesen aan te kopen en besloot over te gaan tot een grondige renovatie die samen met de grensoverschrijdende bestemming het domein maakte tot wat het vandaag is: een Europees cultuurcentrum van de Vlaamse Gemeenschap, aan wie deze na de federalisering van België overgedragen werd.
Het historische monument Alden Biesen is met succes gerestaureerd. Congresgangers en toeristen komen van heinde en ver naar Alden Biesen en vinden er hun gading via een rondleiding of in de permanente tentoonstelling over de Duitse Orde. De historische en Europese uitstraling van Alden Biesen sluit aan bij de vroegere grensoverschrijdende betekenis van de landcommanderij.
Als onderdeel van de restauratie werd het Blauwe Salon van Alden Biesen in de zuidwestelijke hoektoren van het waterslot eind november 2007 opgeleverd en opengesteld voor het publiek.
Zie Lijst van de Landcommandeurs van Alden Biesen voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Nog ruim dertig verschillende projecten zullen uitgevoerd worden, gespreid over tien jaar. Daartoe werd een nieuw masterplan uitgewerkt om de site als geheel nog verder te restaureren en te ontsluiten. Men denkt aan de volgende elementen:
Guido Daniëls, e.a., De Landcommanderij Alden Biezen, een historische en eigentijdse gids, Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen, 1999, ISBN 907609912 X.