De abdij van Fontevraud (of: abdij van Fontevrault) ligt in het Franse plaatsje Fontevraud-l'Abbaye. Het is de best bewaarde verzameling kloostergebouwen ter wereld, heeft een zeer rijke geschiedenis en is daardoor een grote toeristische trekpleister geworden. De abdij hangt niet van van een orde maar is van Benedictijnse inspiratie.
Priester, theoloog en rondtrekkend prediker Robert d’Abrissel vestigde zich rond 1100 met zijn volgelingen in het bos van Fontevraud. Hij stichtte er een uniek klooster, waar mannen én vrouwen leefden. Robert besloot dat er aan het hoofd van zijn klooster een vrouw moest zijn en wees Petronille de Chemillé aan als de eerste abdis. Isabella van Anjou, dochter van Fulco V van Anjou en dus ook tante van Hendrik II van Engeland, volgde haar in die functie op. Dit was het begin van de eeuwenoude traditie om vrouwen van koninklijke of op zijn minst adellijke bloede aan het hoofd van Fontevraud te plaatsen. Het klooster werd dan ook snel favoriet bij verschillende Europese koningshuizen. Zo trad Eleonora van Aquitanië, koningin van Frankrijk en later van Engeland, toe tot het klooster als non en werd ze hier na haar dood ook begraven. Ook haar echtgenoot Hendrik II van Engeland, zoon Richard I, schoondochter Isabella van Angoulême (echtgenote van koning Jan), dochter Johanna en kleinzoon Raymond VII van Toulouse.
Het kloostercomplex heeft eeuwenlang gebloeid en is uitgebreid tot aan de zeventiende eeuw. Fontevraud heeft zwaar geleden onder de Franse Revolutie van 1789: delen van het klooster werden verwoest en geplunderd. O.a. de oorspronkelijke crypte verdween hierbij (de grafbeelden bleven wel bewaard). De laatste abdis stierf in armoede in Parijs. Een paar jaar later, in 1804, werd het complex omgebouwd tot staatsgevangenis. Dit bleef het tot 1963. In dat jaar werd het namelijk geschonken aan de Franse minister van Cultuur. Later is het door de Franse staat gerestaureerd, ook vinden er nu verschillende opgravingen plaats. Een deel van het klooster wordt tegenwoordig gebruikt als conferentiecentrum. De rest is opengesteld voor publiek.
Van het enorme kloostercomplex van vroeger zijn alleen de abdijkerk Sint Michel, de Romaanse keuken, de kapittelzaal, de ziekenzaal Sint Benoit en de priorij Sint Lazare bewaard gebleven. In de Sint Michel zijn tegenwoordig de kunstschatten van het klooster ondergebracht. De bouw van deze kerk is heel eenvoudig, maar de kapitelen van de pilaren bevatten gedetailleerde reliëfs. Het meest bijzondere gebouw is de goed gerestaureerde, Romaanse keuken, de Tour d’Évraud genaamd. Deze heeft namelijk een achthoekige vorm, één grote toren en meerdere kleine torentjes. De keuken had wel zes plaatsen om te koken voor de honderden bewoners van het klooster. De kapittelzaal bevat indrukwekkende muurschilderingen. Buiten de gebouwen zijn er nog middeleeuwse tuinen, een oranjerie, kruidentuinen en oude stallen te zien.